Werkwijze van de opvang
De meeste vogels worden binnengebracht door particulieren. Ook via de regionale dierenambulances worden er regelmatig vogels binnen gebracht.
Na binnenkomst worden de vogels geregistreerd, onderzocht en behandeld. Indien nodig wordt er een dierenarts geconsulteerd. 
Deze werkwijze geschied uiteraard volgens vastgestelde protocollen.

Jonge roofvogels die nog warmte nodig hebben gaan in een couveuse. Dieren met een overdraagbare ziekte komen in de afzonderingsruimte.
In deze periode is er intensieve medische zorg en meestal medicatie nodig. Is het herstel zodanig dat ze weer zelfstandig kunnen eten en geen medicijnen meer nodig hebben, gaan ze in één van de buitenverblijven. 

We hebben op de opvang de beschikking over verschillende soorten verblijven. Elk verblijf heeft zijn eigen specifieke inrichtingen doel in het revalidatieproces. 

De verblijven zijn zodanig gebouwd en ingericht rekening houdend met de volgende punten;

a) De behoeften van de individuele vogel in de verschillende fasen van de revalidatie.

b) Het soort natuurlijk gedrag van de vogel.

c) De bewegingsvrijheid van de vogel.

d) De sociale levenswijze van de vogel, uiteraard met het oog op de individuele mogelijkheden die het dier op dat moment heeft. 

 U moet hierbij bijvoorbeeld denken aan speciale voilières voor uilen of specifiek ingerichte kasten voor jonge vogels. Tevens hebben we de beschikking over extra grote verblijven waar de vogels, na bijvoorbeeld een vleugelbreuk, weer op conditie kunnen komen.

Dit alles heeft tot doel om het revalidatieproces zo optimaal mogelijk te laten verlopen.


Na volledig herstel worden alle dieren weer terug gezet in hun natuurlijke biotoop. Het liefst zelfs nog in dezelfde regio waar de vogel is gevonden.
Disclaimer; alle teksten, foto- en videomateriaal zijn auteursrechtelijk beschermd.
Share by: